Over de kunst van De Rietveld

Op eindexamenexposities van kunstacademies voelt de bezoeker zich vaak verloren. Zoveel verschillende werken zijn er te zien, in uiteenlopende disciplines en zonder een gemeenschappelijk thema. De Rietveld Academie in Amsterdam organiseerde bij het eindexamen dit jaar een Masterclass Kunstkritiek voor jonge kunstcritici, filosofen, literatuurwetenschappers en kunstenaars. Onder leiding van Lucette ter Borg (NRC Handelsblad en Cinema Zuid) leerden twaalf aspirant-schrijvers een kunstkritiek schrijven naar aanleiding van hun bezoek aan de eindexamens op de Rietveld. De drie beste stukken verschijnen online bij De Groene Amsterdammer. Op zoek naar parels en ander ongepolijst schoons. De kunstwerken zijn nog een paar dagen te bekijken: Do 3 juli - vr 4 juli: 11.00-21.00; Za 5 juli: 11.00-20.00; Zo 6 juli: 11.00-16.00. Gerrit Rietveld Academie, Frederik Roeskestraat 96, Amsterdam.


Misschien moet de Rietveld Academie volgend jaar Goldman Sachs uitnodigen om te voorspellen welke eindexamenkandidaten het gaan maken. Goldman Sachs heeft de uitslag van het WK voetbal voorspeld. De crisis is nog niet voorbij, of een bank gaat een voorspelling doen die je eerder bij een gokkantoor verwacht. Een bank die een voetbalwedstrijd voorspelt is niet vreemder dan een octopus.

De Rietveld looft prijzen uit aan de beste studenten. Daarbij wordt vergeten dat het grootste deel van de studenten hierdoor juist minder aandacht krijgt. Hun werk wordt vrijwel niet besproken. De Volkskrant belichtte vorig jaar bijvoorbeeld alleen de winnaar van de door de Rietveld zelf uitgedeelde hoofdprijs. Prijzen zijn een soort geluksmuntjes, die door de academie, door de docenten op de grond zijn gegooid en weer worden opgeraapt.

Het doet meer recht aan de hele lichting om bredere tendensen te zoeken. Studenten staan aan het begin van hun artistieke loopbaan en delen vaak meer raakvlakken met elkaar, dan dat ze al echt de kans hebben gehad om te ontgroeien aan de druk van hun docenten.

Bij de Afdeling Beeldende Kunst hebben de studenten een gezamenlijk boekje gemaakt: Blablabla heet het. De studenten schrijven dapper dat hun werk niet stopt bij deze tentoonstelling. Dan zou je zeggen: goed zo, aan het werk! Maar dat is niet hun bedoeling. De studenten denken dat de discussies waarvan ze hopen dat die zullen ontstaan hun werk in een nieuw kader zullen plaatsen. Het lijkt ijdele hoop. Inderdaad: blablabla. Want ontstaat er wel een zinnige discussie of wordt alle discussie bij voorbaat gesmoord in het prijzencircus?

Kennelijk is het heel moeilijk om zoiets als kwaliteit in woorden te vatten. Bij Edelsmeden doet Bram Wouters een voorzichtige poging. Zijn afzonderlijke werken zijn onderzoeken naar de filosofische en praktische betekenis van het object. Dit doet hij heel opvallend. Hij heeft schetsen neergelegd met een prachtig tekenhandschrift om de kijker te overtuigen van zijn visie. Alles kan, desnoods tot in de vierde dimensie. Althans: dat wil hij je doen geloven met zijn werk.

Tegen de muur van zijn installatie staan twee barokke schilderijen, laag bij de grond. Ze beelden een man en een vrouw uit met grote kragen in de stijl van Hollandse Meesters. Vanaf kniehoogte maakt Wouters het je makkelijk om op ze neer te kijken. Dat is niet toevallig: in barokke interieurs maakten de schilderingen en ornamenten juist dat je omhoog ging kijken. Zo kreeg je als bezoeker ontzag voor je gastheer. Door de schilderijen op de grond te plaatsen laat Wouters zien dat de status van de barok in de hedendaagse kunst gekanteld is.

Dat Wouters op een barokke manier schildert is volstrekt logisch. Hij wil af van wat hij ‘de blinde vlek van het perspectief’ noemt. Tegelijkertijd weet hij dat perspectief niet te vermijden is. Wouters vindt het perspectief een denkfout en streept zijn eigen denkfout weg. Dat mag en kan als kunstenaar. Stilletjes verdenk ik Wouters ervan dat hij liever object zou zijn, een neutraal registrerende camera. Daarom schildert hij in dit werk realistisch. Hij wil gezichtspunten samenbrengen, als punten op een lijn. Of als je het zo wilt noemen: een dialoog. Kunst is voor hem dialoog, een eerste behoefte.

Ook op de afdeling Fotografie valt een schilder op, en weer één die meer is dan alleen dát. Naoyuki Hata onderzoekt net als Wouters de status van het object, in dit geval het fotografische object. Op Hata’s prints zijn voorwerpen te zien, die Hata met een grove toets heeft overgeschilderd. Op de 2D foto’s lijken het vervolgens platte schilderijen waarbij je niet precies meer weet wat je ziet.

De interessantste kunstenaars op deze eindexamenexpositie kijken voorbij hun eigen discipline. Sylvain Georget bijvoorbeeld tekent onder meer vellen vol minuscule mannetjes en muntjes met bijpassende sculpturen. Tijdens zijn studie aan de afdeling Design, kreeg hij kritiek: wat was nu precies het product dat hij maakte? Op zijn eindexamenpresentatie laat hij zien dat hij zich door de kritiek absoluut niet van zijn werkwijze heeft laten afleiden.

Er gloort dus hoop - is het niet op een prijs, dan toch op een betere discussie in de kunst. Met dank aan kunstenaars die een lange adem hebben, hun eigen weg volgen en niet malen om een bos bloemen of een fooi voor de moeite.

W. Bonnier (1973) is beeldend kunstenaar en schrijver. Zie wbonnier.wordpress.com

Foto’s van boven naar beneden: Bram Wouters (fragment, foto’s plafond van zijn huis); Bram Wouters schetsen en portretten; Naoyuki Hata; Sylvain Georget.